IERSE VENEN


Welkom

Op deze site vindt u informatie over Ierse venen en over ons werk voor het behoud van deze unieke landschappen.
Op de pagina's STUDIEFONDS en AWARD leest u meer over hoe wij onderzoek, behoud en kunst van en over Ierse venen steunen en hoe aanvragen kunnen worden ingediend. De stichting is een ANBI.
Bezoek ook de site van onze Ierse zusterorganisatie:
Irish Peatland Conservation Council; Bog of Allen Nature Centre; 
www.ipcc.ie ; Email - bogs@ipcce.ie ; Tel +353(0)45860133


13 juni 2023
Zie deze link https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/uniek-hoogveenlandschap Deze hommage aan het hoogveenlandschap is gemaakt in samenwerking met een team van de Radboud Universiteit en ondersteund door ons bestuurslid Bjorn Robroek en uitgezonden op 2 juni 2023. Hoe doorstaan hoogveen en kraanvogels stikstof en CO2 overlast en klimaatverandering? Zie: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/hoogveen-redden-met-matten en https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/gracieuze-kraanvogels
5 januari 2023
Al sinds de jaren ’80 is er een nauw verband tussen Ierland en de onderzoeksgroep ‘Plant Ecology and Nature Conservation’ van de Wageningen Universiteit. Meerdere PhD kandidaten zijn er gepromoveerd op proefschriften over Ierse venen. In 2020 is er een nieuw project van start gegaan onder leiding van Matthijs Schouten en Juul Limpens. Samen met Jasper Steenvoorden als onderzoeker gingen zij in september 2021 op pad om de exacte locaties van vegetatiekarteringen terug te vinden die tussen 1978 en 1984 door Matthijs gemaakt werden. Die karteringen van meer dan 40 jaar geleden zouden dan kunnen worden herhaald om te analyseren of de vegetatie sedert die tijd is veranderd door klimaatverandering of door menselijke invloed op veensystemen. De exacte identificatie van de locaties moest gebeuren aan hand van oude gegevens op papier: gekarteerde vegetatiepatronen en getekende transecten - én het geheugen van Matthijs (GPS was in de jaren 1970 nog niet beschikbaar). Tenminste een deel van ruim twintig gekarteerde plekken zou toch herkenbaar moeten zijn? Die verwachting werd overtroffen: het lukte om een groot deel van de locaties terug te vinden (hierbij was een drone van grote betekenis). Uit het onderzoek van Jasper blijkt inderdaad dat de vegetatie significant is verdroogd in de periode 1978–2021: bulten (hoge en droge micro-topografische landschapsvormen) hebben zich in veel karteringen uitgebreid ten koste van poelen en slenken (laaggelegen en natte micro-topografische landschapsvormen). Dit is ook het geval bij karteringen die zich bevinden in de meest natte, centrale delen van veengebieden. Dat is een indicatie voor veranderingen van het ecosysteem. Deels is dit toe te schrijven aan menselijk handelen want een aantal van de gebieden in beïnvloed door drainage en/of beplanting met naaldbomen. Echter, ook in terreinen waar weinig of geen menselijke invloed is voor te stellen, blijkt er in de vegetatie aanwijzingen te zijn voor verdroging. Dat wijst erop dat klimaatverandering invloed heeft op de Ierse veensystemen. Publicatie: https://www.researchgate.net/publication/365890089_There_and_back_again_Forty_years_of_change_in_vegetation_patterns_in_Irish_peatlands Na dit onderzoek is Jasper zich nu meer gaan focussen op het gebruik van drones om de vegetatie-patronen van de Ierse venen in kaart te brengen en te monitoren. Hiermee hoopt hij dat hij het detailniveau van de kaarten van Matthijs kan koppelen aan een groter gebied, om zo meer te kunnen zeggen over veranderingen op de schaal van een heel veen. Hij hoopt deze veranderingen ook te kunnen koppelen aan omgevingsfactoren en functies van het veen. Bovendien wil hij een breed toepasbare methode ontwikkelen om venen met behulp van drones in kaart te brengen. Hiermee kan de voortgang en het succes van restauratie hopelijk nauwkeuriger gemeten worden.
11 oktober 2022
Het langverwachte voorstel voor een verordening inzake natuurherstel dat expliciet gericht is op het herstel van de Europese ecosystemen, is op 22 juni 2022 door de Europese Commissie ingediend. Vervolgens zullen de medewetgevers van de EU, het Europees Parlement en de Raad, hun standpunten, waarover in trialoog vergaderingen zal worden onderhandeld, ontwikkelen en verder bespreken. Dit is een jaar van belangrijke internationale momenten voor natuur en klimaat, met de UNFCCC COP27, Convention on Biological Diversity (CBD) COP15 en Ramsar COP14 die allemaal plaatsvinden in 2022. De EU en haar lidstaten kunnen een leidende rol spelen op het internationale toneel door in eigen land het juiste voorbeeld te geven. De verordening inzake natuurherstel, ook wel natuurherstelwet (NRL) genoemd, kan een game-changer zijn, transformatie op grote schaal teweegbrengen, belangrijke stappen vormen om de klimaatverandering te beperken, EU-burgers helpen zich aan te passen aan een warmer en onstabieler klimaat, bijdragen aan een betere werking van ecosystemen, de catastrofale achteruitgang van de biodiversiteit vertragen en stoppen, en duurzame en veerkrachtige economieën stimuleren. Natuurbeschermers en wetenschappers die zorgen voor wetlands en veengebieden in de hele EU juichen het voorstel van de EU toe en waarderen met name de doelstelling om gedraineerde veengebieden voor agrarisch gebruik te herstellen buiten veengebieden die zijn opgenomen in bijlage I bij habitatrichtlijn 92/43/EEG. Zij willen echter de lat hoger leggen. Twee organisaties, het ‘Greifswald Mire Centre’ en ‘Wetlands International’ hebben samen in september 2022 een beleidsnota opgesteld. Het is een oproep aan alle besluitvormers op om de voorgestelde doelen te verbeteren om een transformatiepad te bereiken dat leidt tot netto nul CO2-uitstoot van veengebieden tegen 2050. Een samenvatting van de aanbevelingen van deze beleidsnota: A. Maak herbevochtiging een voorwaarde voor het herstel van veengebieden Artikel 9.4 stelt afzonderlijke doelstellingen voor herstel en herbevochtiging van veengebieden voor, maar dit onderscheid is onjuist. Het herstel van aangetast veengebied vereist verbetering van de hydrologische omstandigheden, in de eerste plaats door herbevochtiging. Volgens de huidige doelstellingen zou hooguit 7,5% (tegen 2030), 25% (tegen 2040) en 35% (tegen 2050) van de drooggelegde veengebieden die voor de landbouw worden gebruikt, effectief worden hersteld door herbevochtiging. De huidige streefcijfers liggen dus ver onder wat kan en moet worden bereikt voor de overkoepelende klimaatverbintenissen. B. De voorgestelde doelstellingen zijn ontoereikend en moeten aanzienlijk worden verhoogd. Het bereiken van de voorgestelde doelstellingen (met inbegrip van volledige herbevochtiging zoals hierboven beschreven) voldoet niet aan de Overeenkomst van Parijs, aangezien slechts ongeveer 25 % van de huidige broeikasgasemissies van landbouwgronden tegen 2050 zal zijn verminderd. Een volledige stopzetting van de drainage van veengebieden en het omkeren van de effecten van bestaande drainage zijn onvermijdelijk om de kernimplicatie van de Overeenkomst van Parijs te bereiken - nul netto CO2-uitstoot tegen 2050. De EU heeft deze doelstelling zelfs aangescherpt door ernaar te streven tegen 2050 klimaatneutraal te zijn met netto. Een hogere ambitie voor gedraineerde veengebieden is daarom nodig voor consistentie in het beleid en om te voorkomen dat drooggelegd veengebied een enorme bron van koolstofverliezen blijft in de AFOLU-sector (landbouw, bosbouw en landgebruik). C. Het toepassingsgebied van de doelstelling wordt uitgebreid tot al het niet-residentiële landgebruik op drooggelegd veengebied De focus op drooggelegd veengebied onder agrarisch gebruik geeft prioriteit aan de broeikasgasemissiehotspots, maar negeert grotendeels andere soorten landgebruik, zoals drooggelegde veengebieden die worden gebruikt voor bosbouw. De doelstellingen moeten worden geformuleerd voor "organische bodems die gedraineerde veengebieden vormen onder elk landgebruik, met uitzondering van woonwijken". D. Maak ook voor het herstel van veengebieden het monitoren verplicht zoals vastgelegd in Artikel 17. Artikel 17 verplicht de lidstaten om bijna alle soorten ecosystemen, met uitzondering van het herstel van veengebieden, op gedraineerde organische grond te monitoren, en deze omissie moet worden verholpen.
Meer posts

Share by: